Nieuws

Landelijke ophok- en afschermplicht (20 november 2024)

De minister van LVVN heeft een landelijke ophok- en afschermplicht ingesteld.

Vogelgriep vastgesteld bij legbedrijf in Putten (18 november 2024)

Het Ministerie van LVVN meldt dat in Putten (provincie Gelderland) vogelgriep is vastgesteld op een biologisch leghennenbedrijf.

Beoordeling vogelgriepsituatie (7 november 2024)

De deskundigengroep dierziekten heeft eind oktober 2024 een risicobeoordeling gemaakt van de vogelgriepsituatie in Nederland. De kans dat een commercieel pluimveebedrijf getroffen wordt door vogelgriep (HPAI) is momenteel laag tot matig. De beoordeling heeft wel een grote mate van onzekerheid.

Meer nieuws

Avined

Stichting AVINED heeft als missie om met een efficiënte dienstverlening de huidige duurzame en robuuste marktpositie van de Nederlandse pluimveesector verder te versterken.

Lees meer

Tips bij zomerse temperaturen

Volgens klimaatexperts krijgt Nederland steeds vaker te maken met warme zomers. Zomers die zich kenmerken door veel zon en hoge temperaturen. Voor de mens is het duidelijk: draag luchtige kleding, drink veel en voorkom zware inspanningen of maak gebruik van een airco. Maar hoe beschermt u als pluimveehouder uw dieren tegen deze warme zomers?

Vogels en dus ook pluimvee hebben geen zweetklieren om hun warmte kwijt te raken. Tijdens warme en vochtige dagen kost dit extra energie. Hierdoor gaan de dieren snel ademen. Dit kan gevolgen hebben voor de gezondheid, het welzijn en de prestaties van uw dieren. In samenwerking met universitair docent diergeneeskunde Dr. Mieke Matthijs, practicumdocent huisvesting & klimaat aan de Universiteit van Utrecht Ing. Jan van Schip en Royal GD stelde AVINED een aantal tips op om de nadelige gevolgen van een warme zomer tot het minimum te beperken:

  • Zorg voor de aanwezigheid van een geijkte relatieve luchtvochtigheidsmeter (RV) in uw stal. Met de RV in combinatie met temperatuur en luchtsnelheid kan de gevoelstemperatuur bepaald worden. De RV meter dient minimaal 1x per jaar geijkt te worden.
  • Controleer de werking van de koelinstallatie en loop hierbij alle mondstukken (nozzles) na.
  • Zorg ervoor dat de luchtinlaten, ventilatoren en luchtkokers schoon zijn en controleer de werking ervan. Snoei beplanting die een goede ventilatie belemmert.
  • Zorg voor een goed functionerend alarm op de ventilatievoorziening en een noodstroomaggregaat. Controleer deze minimaal één keer per twee maanden.
  • Reinig het koelsysteem (i.v.m. Legionella) en controleer de werking hiervan.
  • Controleer de beschikbaarheid van reserveonderdelen voor uw ventilatoren.
  • Bekijk de voorraad van additieven en voer met een speciale samenstelling (zoals geconcentreerder voer met extra mineralen en vitamine C), als u dit tijdens warme dagen wilt gebruiken. Let daarbij op de eisen die uw kwaliteitssystemen (bijvoorbeeld IKB Ei en IKB Kip) stellen aan de leveranciers van voedermiddelen en additieven.
  • Overleg de opzetaantallen met uw afnemer.

Nederland heeft steeds vaker te maken met hoge temperaturen. Toch leidt dit niet altijd tot problemen bij uw dieren. Bij een lage relatieve luchtvochtigheid (RV) kunnen uw dieren namelijk langer tegen de hoge temperaturen. De temperatuur alleen zegt niet zoveel. Temperatuur in combinatie met de relatieve luchtvochtigheid en luchtsnelheid wél. Dit wordt de gevoelstemperatuur genoemd.
Vanaf >28 °C zijn er mogelijkheden om het ‘hoofd’ van uw dieren koel te houden. Zorg dan voor een relatieve luchtvochtigheid onder de 80% en een luchtsnelheid van 2 tot 3 m/s.

Om op tijd maatregelen te nemen kunt u de 7-daagse hittestress voorspelling van de GD of de 10-daagse hittestress voorspelling van voergroep zuid gebruiken. Deze geven u een hittestress voorspelling op basis van uw locatie, diersoort en het weer van de aankomende 7 of 10 dagen, per hittestress niveau zijn passende maatregelen die u kunt nemen.

Lees meer over de rol van de relatieve luchtvochtigheid en de comfortzone bij pluimvee in een Engelstalige onderzoek (klik hier).

De gevoelstemperatuur is de belangrijkste graadmeter als het gaat om het beperken van nadelige gevolgen van een warme zomer bij uw dieren. Voor een optimaal klimaat kunt u denken aan het volgende:

  • Zorg voor de aanwezigheid van een geijkte relatieve luchtvochtigheidsmeter (RV) op uw bedrijf. Met de RV kunt u in combinatie met de temperatuur en luchtsnelheid inzicht krijgen in de gevoelstemperatuur. De RV meter dient wel minimaal 1x per jaar geijkt te worden.

Voor een indicatie van de gevoelstemperatuur kunt u volgens klimaatplatform pluimveehouderij gebruik maken van de volgende rekensom: staltemperatuur + RV. Als de uitkomst tussen de 90 en 110 ligt, dan zal extreme hittestress waarschijnlijk uitblijven. Als de uitkomst hoger is dan 110 en de buiten temperatuur hoger is dan 28 °C, dan kan door middel van luchtsnelheid (2 – 3 m/sec) een verlaging van de gevoelstemperatuur worden gerealiseerd.

  • Plaats bij temperaturen boven de >28 °C hulpventilatoren voor de realisatie van een goede luchtcirculatie en kantel indien mogelijk de ventielen zodat de lucht met snelheid >2-3 m/sec langs de dieren kan stromen.
  • Sluit zoveel mogelijk de staldeuren, voorkom spleten in deuren of muren en controleer de werking van de toe/en afvoerlucht regelmatig. Open deuren, scheuren en spinnenwebben verlagen namelijk de onderdruk en verstoren de luchtstroom. Met rookproeven kunt u de luchtstroom in de stal bekijken en eventueel bijsturen;
  • Probeer zoveel mogelijk lucht langs de dieren te krijgen. Overweeg ook wat vaker een rondje door de stal te lopen en de dieren in de benen te krijgen. Een staand dier kan makkelijker zijn warmte kwijt dan een liggend dier;
  • Begin tijdig met koelen, wacht niet tot de warmte in de stal zit. De relatieve luchtvochtigheid (RV) zal namelijk door de koeling stijgen. Wordt de RV in de stal hoger dan 80%? Stop dan uw hoge druk koelsysteem. De dieren nat maken met de tuinslang en of polyethyleen-slang met nozzles, in combinatie met luchtsnelheid, geeft dan een beter koeleffect. De RV blijft dan gemakkelijker onder de 80%.

Door hoge temperaturen vermindert de voeropname van uw dieren. Verplaats bijvoorbeeld de hoofdvoedertijden naar de vroege ochtenduren. Of pas het lichtprogramma aan. In de vroege uurtjes hebben de dieren vaak meer honger, omdat de temperaturen dan nog niet zo hoog zijn. U kunt ook nadenken over aanpassingen in de samenstelling van het voer en toediening van vitamines. Tot ongeveer 6 uur na de voerbeurt zal het dier als gevolg van de verteringsarbeid zelf veel warmte produceren: dat betreft een kwart tot een derde van de omzetbare energie. Raadpleeg hiervoor uw voervertegenwoordiger.

Om een ongewenste gewichtsafname zo vroeg mogelijk te signaleren, is het raadzaam om de voeropname of anders het gewicht van de dieren te monitoren. Constateert u een afwijking van de gewenste voeropname of groeicurve? Denk dan na over het verplaatsten van de hoofdvoedertijden.

Het zal u niet verbazen dat dieren meer drinken in warme perioden. Controleer regelmatig of er voldoende vers en schoon drinkwater beschikbaar is. Let op: in stilstaand drinkwater vermenigvuldigen bacteriën andere ziektekiemen zich snel. Een automatische spoelinstallatie biedt hierbij uitkomst.

´Meten is weten´ zeggen ze wel eens. Onderschat echter niet uw eigen deskundigheid, u kent uw dieren namelijk het beste. Schroom daarbij niet om contact op te nemen met uw collega-pluimveehouders, dierenarts, voeradviseur of klimaatdeskundigen. Samen weet je namelijk meer dan alleen.

 

Meer weten?

Bovenstaande tips zijn slechts een aantal algemene tips die u kunt nemen om uw dieren te beschermen tegen de warmte. De tips zijn uiteraard afhankelijk van de situatie ter plaatse, die u als geen ander kent. Raadpleeg de website van GD voor meer diergezondheidstips voor pluimvee. Of neem contact op met uw dierenarts of voeradviseur. Tot slot bent u benieuwd naar meer informatie over dit onderwerp, zoals de gevolgen van hittestress bij pluimvee? Raadpleeg dan deze wetenschappelijke studie (Engelstalig).

 

Wat doet de sector nog meer?

1. Verantwoord transport (protocol)

Transport van dieren dient altijd plaats te vinden met aandacht voor dierenwelzijn, ook op dagen met extreme hoge temperaturen. De omstandigheden van het vervoer van dieren bij hoge temperaturen zijn in de Nederlandse pluimveesector goed geregeld. Stichting AVINED heeft samen met de pluimveesector een protocol opgesteld om, als uitstel niet mogelijk is pluimveetransport bij extreme omgevingstemperaturen verantwoord uit te voeren. Het protocol vindt u in het bestandenblok op deze webpagina of via deze link. Meer informatie over maatregelen voor transport bij extreme temperaturen, is te vinden op de website van NEPLUVI.

2. IKB voorschriften

Het merendeel van de Nederlandse pluimveehouders neemt deel aan IKB Kip of IKB Ei. Deze kwaliteitsschema’s bevatten ook voorschriften die betrekking hebben op warme temperaturen, zoals verplichte voorzieningen waarmee het klimaat in de stal(len) kan worden gereguleerd en registraties van uitgevoerde controles van de noodstroomaggregaat en alarmeringsapparatuur.

 

Downloads

Protocol pluimveetransport bij hoge/lage omgevingstemperaturen