AVINED en de NVWA hebben afspraken gemaakt over de retributies voor het Nationaal Plan Residuen (NPR) voor de eiersector. In het verleden inde het Productschap deze retributie. De retributie wordt geïnd bij legpluimveehouders, pakstations, verzamelaars en eiproductfabrikanten. Door de inning via AVINED wordt er een efficiëntievoordeel voor de sector bereikt. De sector heeft hierdoor ook een adviesrol.
Het NPR is een door de Europese Unie (EU) voorgeschreven monitoringsprogramma voor dieren en dierlijke producten, dus ook voor de eiersector. In dit monitoringsprogramma wordt gecontroleerd op residuen van niet toegestane stoffen, stoffen met een anabole werking, diergeneesmiddelen en contaminanten bij levende dieren en in producten daarvan. Het NPR is een belangrijke voorwaarde voor het vrije verkeer van levende dieren en dierlijke producten binnen de EU en bij export. Jaarlijks worden door/namens de NVWA ruim 24.000 monsters genomen in de gehele dierlijke productieketen. Het totaal aantal analyses voor het NPR is ruim 34.000. In de eiersector worden steekproefsgewijs ruim 600 monsters genomen. Ter vergelijking bij de diersoort runderen worden op de boerderij en de slachterij ruim 8000 monsters genomen.
De retributie wordt jaarlijks opgelegd ter dekking van de door de NVWA gemaakte kosten voor de uitvoering van het NPR voor de eiersector.
Door voor de eiersector de inning voor het NPR te koppelen aan de facturatiestromen van AVINED wordt er een efficiëntievoordeel voor de sector bereikt. De sector heeft hierdoor ook een adviesrol.
De retributie voor het NPR voor de eiersector wordt geïnd bij de legpluimveehouders, pakstations, verzamelaars en eiproductfabrikanten. Bij de legpluimveehouders wordt de retributie geïnd op basis van het aantal opgezette leghennen in het jaar waarin de kosten voor het NPR voor de eiersector zijn gemaakt. De retributie bij de pakstations, verzamelaars en eiproductfabrikanten wordt vastgesteld op basis van het aantal eieren dat in het jaar waarin de kosten voor het NPR zijn gemaakt, rechtstreeks zijn aangevoerd van Nederlandse legpluimveehouders.
De pakstations, verzamelaars en eiproductfabrikanten ontvangen het verzoek om opgave te doen van het aantal van Nederlandse legpluimveehouders aangevoerde aantal eieren. Het advies is om deze opgave tijdig te doen. Als de opgave niet tijdig wordt gedaan, stelt de NVWA het aantal aangevoerde eieren namelijk ambtshalve vast. Dit doet de NVWA ook als de opgave naar het oordeel van de NVWA niet betrouwbaar is. Legpluimveehouders hoeven geen opgave te doen omdat AVINED voor de inning gebruik mag maken van de informatie in het Koppel Informatiesysteem Pluimvee.
De tarieven worden berekend aan de hand van het totaal aantal aangevoerde eieren en opgezette leghennen in het jaar waarop de retributie betrekking heeft. Zodra de tarieven bekend zijn, staat op de website van de NVWA uitgelegd hoe deze tarieven tot stand zijn gekomen.
In het document van de tarieven kunt u in bijlage 1 zien op welke stoffen wordt getest. Ook wordt weergegeven hoeveel analyses er zijn gedaan en of er resultaten zijn die niet conform de wetgeving zijn.
Dit document kunt u op de website van de NVWA vinden.
Legpluimveehouders, pakstations, eiproductenfabrikanten en verzamelaars zijn verplicht om de retributie voor het NPR voor de eiersector te betalen. Dit is bepaald in (artikel 13, lid 3 van) de Warenwetregeling doorberekening kosten.
Als u daarom verzoekt kan besloten worden om betaling in termijnen toe te staan.
U kunt daarvoor een e-mail sturen naar info@avined.nl. Wilt u zo vriendelijk zijn om het factuur- en registratienummer te vermelden als u contact opneemt met de helpdesk.