Er worden nog steeds dode wilde (water)vogels gevonden door vogelgriep. Aangezien deze vogels besmet kunnen zijn met een AI virus, is het van groot belang om de dode dieren veilig en snel op te ruimen. Hiermee wordt het risico op verspreiding van het virus door bijvoorbeeld aaseters verkleind. De terreinbeheerder of eigenaar is verantwoordelijk voor het opruimen van dode wilde (water)vogels. Wij geven u graag enkele tips zodat u weet wat u kunt doen wanneer u een dode vogel aantreft op of nabij uw erf:
- Volg wanneer u de kadavers opruimt de ‘handleiding voor het opruimen van dood gevonden wilde (water)vogels’, deze staat op de website van de NVWA.
- Maak melding van de vondst van dode wilde vogels via het Landelijk meldpunt voor dierziekten bij meer dan 3 watervogels of meer dan 20 andere vogelsoorten op één locatie (telefoonnummer: 045-5463188) of via het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) bij minder dan de genoemde aantallen dode wilde vogels (meldingsformulier).
Ga niet zomaar zelf zieke, levende, wilde (water)vogels vangen en vervoeren. Vanuit dierenwelzijnsoogpunt kan het wenselijk zijn om zieke dieren te laten euthanaseren. Neem voor advies contact op met een bevoegd persoon zoals een dierenarts, gemeente of dierenambulance.