Nieuws

IKB Kip - Jahresplan und Teilnahmegebühren 2025

Der IKB Kip-Jahresplan 2025 wurde von den Sektorexperten des Centraal College van Deskundigen IKB Kip (CCvD, „Zentrales Sachverständigenkollegium IKB Kip“) genehmigt und vom AVINED-Vorstand verabschiedet. Ziel von IKB Kip ist die Stärkung der „License to Produce“ der teilnehmenden Betriebe. Ein wichtiger Aspekt dabei ist das Vertrauen der Marktteilnehmer und der Gesellschaft in IKB Kip sowie

IKB Kip - annual plan and contribution 2025

The annual plan IKB Kip 2025 has been approved by the Central board of Experts (Central College van Deskundigen IKB Kip- CCvD) and adopted by the AVINED board. The aim of IKB Kip is to strengthen the license to produce to participants in the poultry meat chain. This involves building and maintaining the trust of

Intrekkingsdatum beperkingsgebied Putten

Met ingang van 20 december 2024 wordt het beperkingsgebied rond Putten ingetrokken.

Meer nieuws

Avined

Stichting AVINED heeft als missie om met een efficiënte dienstverlening de huidige duurzame en robuuste marktpositie van de Nederlandse pluimveesector verder te versterken.

Lees meer

Vogelgriep vastgesteld op pluimveebedrijf in Vuren (1 februari 2022)

1 februari 2022

Het ministerie van LNV meldt dat in Vuren (provincie Gelderland) op een pluimveebedrijf vogelgriep (H5) is vastgesteld. Het gaat waarschijnlijk om een hoogpathogene variant van de vogelgriep. Om verspreiding van het virus te voorkomen worden de circa 168.000 kippen op het (opfok) legbedrijf geruimd door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).

In de 1- en 3 kilometer zone rondom het besmette bedrijf liggen geen andere pluimveebedrijven. In de 10 kilometer zone liggen 14 bedrijven, waarvoor het vervoersverbod per direct geldt.

Vervoersverbod

Een vervoersverbod heeft betrekking op alle vogels en broed- en consumptie-eieren vanaf een locatie met vogels. Ook geldt het verbod voor mest van vogels en gebruikt strooisel, en voor andere dieren en dierlijke producten afkomstig van bedrijven met gevogelte. Daarnaast gelden verboden ten aanzien van de jacht.

Landelijke maatregelen

  • Er gelden nog altijd landelijke maatregelen, zoals een verbod op het bezoeken van vogelverblijfplaatsen van risicovogels, tenzij dit absoluut noodzakelijk is. Onder risicovogels vallen gehouden hoenderachtigen (zoals kippen), watervogels en loopvogels.
  • De landelijke ophok- en afschermplicht is nog onverminderd van kracht. De ophokplicht geldt voor commercieel gehouden vogels, deze worden naar binnen gebracht (behalve fazanten en loopvogels). Voor niet-commercieel gehouden risicovogels (hoenderachtigen/kippen, (sier)watervogels en loopvogels) geldt een afschermplicht. Zoveel mogelijk moet worden voorkomen dat de vogels in contact komen met zieke wilde vogels of hun uitwerpselen. Meer informatie staat op de website van de NVWA .
  • Voor houders van leghennen, vermeerderingsdieren, vleeskuikens en eenden geldt nog steeds een aangescherpte meldplicht. Hierbij moeten pluimveehouders eerder melding maken bij de NVWA van uitval van hun pluimvee, waardoor besmettingen met vogelgriep eerder aan het licht kunnen komen en de kans op verspreiding kleiner wordt.

Traceringsonderzoek

In het kader van de besmetting op het bedrijf in Vuren wordt, zoals gebruikelijk, een traceringsonderzoek gedaan naar risicovolle contacten door de NVWA. Een risicovol contact is bijvoorbeeld wanneer een bezoeker op een besmet bedrijf is geweest, en daarna een ander bedrijf heeft bezocht. Indien nodig worden aanvullende maatregelen genomen.

Duiding situatie

De minister van LNV heeft de deskundigengroep dierziekten gevraagd om met een duiding van de huidige situatie te komen. Het ministerie bekijkt welke mogelijke maatregelen op korte termijn getroffen kunnen worden om het risico op insleep van vogelgriep verder terug te brengen. Ook op lange termijn wordt bekeken hoe met vogelgriep omgegaan dient te worden. Het lijkt er op dat vogelgriep nu een structureel probleem is geworden, en dat vogelgriep jaarrond in Nederland voorkomt. Het ministerie meldt hierover samen met de sector en andere partijen in gesprek te gaan, ook in het kader van de integrale gebiedsgerichte aanpak met betrekking tot stikstof, water en klimaat en het rapport Bekedam.