Nieuws

Afvoermogelijkheden gebied Idsegahuizum en risicobeoordeling vogelgriep (3 februari 2025)

Belangrijke informatie omtrent vogelgriep: Afvoermogelijkheden beperkingsgebied Isdegahuizum, beoordeling risico vogelgriep voor pluimveebedrijven en voor de mens, intensiveringsplan preventie vogelgriep LVVN.

Vogelgriep vastgesteld bij legbedrijf in Idsegahuizum (30 januari 2025)

Het ministerie van LVVN meldt dat in Idsegahuizum (gemeente Súdwest-Fryslân, provincie Friesland) vogelgriep is vastgesteld op een legbedrijf.

Jaarplannen en deelnemersbijdrage IKB PSB 2025

De deelnemersbijdrage in 2025 blijft gelijk Dit heeft het AVINED-bestuur op 29 november 2024 besloten. Met de huidige begroting en hoogte van de deelnemersbijdrage kunnen we invulling geven aan de plannen in het jaarplan 2025. De deelnemersbijdrage 2025 bedraagt  €750,- (excl. BTW) per certificaat. Een stijging van de bijdrage in verband met de gestegen kosten

Meer nieuws

Avined

Stichting AVINED heeft als missie om met een efficiënte dienstverlening de huidige duurzame en robuuste marktpositie van de Nederlandse pluimveesector verder te versterken.

Lees meer

SNE bij leghennen: individuele uitbraken met forse schade

29 juli 2020

Sinds meerdere jaren wordt subklinische necrotiserende enteritis (SNE) gezien bij leghennen. Deze darmaandoening leidt tot productieverlies, vanwege slechte vertering en verminderde absorptie van nutriënten. De aandoening is in de praktijk niet altijd makkelijk vast te stellen, omdat er geen duidelijke ziekteverschijnselen aanwezig zijn. Hierdoor blijven waarschijnlijk veel gevallen onontdekt en daardoor is het lastig om inzicht te krijgen in de schade die veroorzaakt wordt. In opdracht van de pluimveesector heeft GD daarom onderzoek gedaan naar de impact van deze aandoening bij leghennen.

Subklinische necrotiserende enteritis (SNE) is de klinisch mildere, maar economisch vaak schadelijkere vorm van klassieke necrotiserende enteritis (NE). In tegenstelling tot SNE wordt NE met enige regelmaat bij vleeskuikens en kalkoenen aangetroffen. Beide varianten worden veroorzaakt door de bacterie Clostridium perfringens. SNE bij leghennen kenmerkt zich vaak door de aanwezigheid van duidelijke, grijs tot zwarte, necrosehaarden in het begin van de twaalfvingerige darm. Deze kunnen soms samensmelten en een deel van de darm dan een donkergrijze kleur geven. GD voerde in opdracht van de pluimveesector onderzoek uit naar de darmaandoening, gefinancierd via de onderzoeksbijdrage.

Zes legbedrijven met diagnose SNE onderzocht

Voor het onderzoek is op zes legbedrijven met de diagnose SNE de uitval in kaart gebracht. Ook is onderzocht welke impact SNE had op de productie en een nadere analyse gedaan op de gevonden Clostridium perfringens stammen. Dit zijn de meest opvallende onderzoeksresultaten:

  • Er is verhoogde uitval van de meeste koppels in de periode rond de diagnose, maar eiproductie en eigewicht bleef gemiddeld genomen op peil.
  • De grootste (financiële) impact van SNE op de zes gevolgde bedrijven was door het aantal gemiste eieren als gevolg van het verhoogd sterftepercentage. Over een periode tot 70 weken loopt dit op tot gemiddeld negen eieren per hen.
  • De geïsoleerde Clostridium perfringens stammen waren bij alle koppels in staat gifstoffen te produceren, maar het waren andere gifstoffen dan verwacht. De invloed hiervan is in de praktijk is niet duidelijk. Wél blijkt de aandoening af te wijken van eerdere onderzoeken.

Conclusie: complex met individuele uitbraken en forse schade

Uit het onderzoek bleek dat er veel variatie bestaat tussen koppels in hoe de aandoening zich uit. Dit betekent dat er mogelijk individuele uitbraken zijn met forse schade door SNE. Het uitsluitend kijken naar gemiddeldes over alle koppels geeft hoogstwaarschijnlijk een te rooskleurig beeld. Kortom, SNE is een complexe aandoening die vraagt om een dagelijkse ziektekundige beoordeling van een koppel leghennen om in een vroeg stadium de diagnose te kunnen stellen en tijdig in te kunnen grijpen.

 

Lees hier meer over veterinaire praktijkonderzoeken, gefinancierd door de pluimveesector via de onderzoeksbijdrage.