In 2018 heeft de pluimveesector te maken gehad met een aantal uitbraken van infectieuze laryngotracheitis (ILT). Uit genetisch onderzoek bleek dat hierbij twee typen ILT-veldstammen betrokken waren: wild type stammen en stammen gerelateerd aan de huidige vaccins. De wild type stammen waren nog niet eerder aangetoond in Nederland. Gelukkig nam het aantal uitbraken in 2019 weer af. In opdracht van de pluimveesector voerde GD onderzoek uit of de huidige vaccinatiestrategieën wel voldoende bescherming bieden tegen deze nieuwe stammen.
Infectieuze laryngotracheitis (ILT) is een ernstige, acute en besmettelijke luchtwegaandoening bij kippen. Als een uitbraak niet tijdig onder controle is, dan kan een infectie leiden tot grote economische schade voor de pluimveehouderij. Een behandeling tegen ILT is niet mogelijk. Noodvaccinatie van de nog niet aangetaste dieren is mogelijk via toediening van een oogdruppel. Deze vaccinatie geeft volledige bescherming na een dag of vijf. Het vermindert de ernst van de ziekte én de uitscheiding van het virus. Daarom is het van belang om te controleren of de huidige vaccinatiestrategieën ook bescherming bieden bij infectie met een wild type ILT-stammen, met name bij vleeskuikens. Wild type stammen zijn oorspronkelijk veldstammen, maar niet ontwikkeld uit een vaccinstam. ‘Wild’ dus. In een veterinair praktijkonderzoek zoekt GD dit uit. Het onderzoek is gefinancierd door de pluimveesector via de onderzoeksbijdrage.
Goed nieuws: huidige ILT-vaccinatiestrategieën bieden bescherming
Vaccinatie heeft als doel om het dier te beschermen tegen een infectie, of verschijnselen ervan. Hoe bepaal je of een vaccin bescherming geeft? Dit kan onder andere door het percentage dieren te bepalen dat na vaccinatie reageert met antistoffen, ook wel seroconversiegraad genoemd. Hoe hoger het percentage dieren met antistoffen, hoe beter het koppel beschermt is. Om te controleren of de huidige ILT-vaccinatiestrategie voldoende bescherming biedt, onderzocht GD de seroconversiegraad bij leg- en vleesvermeerderingskoppels aan het einde van de opfokperiode. Uit dit onderzoek bleek dat de huidige ILT-vaccinatiestrategieën kunnen leiden tot een hoge mate van seroconversie binnen een koppel (SCG>90%). Dit laat zien dat er goed contact is met het vaccin, wat leidt tot een hoge kans op bescherming door het vaccin. Het huidige vaccinatieadvies van ILT blijft onveranderd bij leg- en vleesvermeerderingskoppels. Goed nieuws dus.
Advies: blijf zorgvuldig vaccineren
Om een ILT-uitbraak te voorkomen, is het belangrijk om zorgvuldig te blijven vaccineren bij leg- en vleesvermeerderingskoppels. Hierdoor wordt namelijk de kans op verspreiding van wild type stammen zo klein mogelijk. Ook is het belangrijk om de effectiviteit van het vaccin te controleren. Hoe? Door de seroconversie in het koppel te laten controleren op drie weken na de vaccinatie. Hoe meer koppels aan het einde van de opfok een seroconversie van meer dan 90% laten zien, des te kleiner de kans op een ILT-uitbraak. Kortom, GD adviseert het volgende, mits vaccineren van toepassing:
- vaccineer zorgvuldig;
- controleer de seroconversiegraad in het koppel;
- hervaccineer als minder dan 90% van de dieren seroconversie vertoont.
Vervolgonderzoek: vaccinatieadvies bij vleeskuikens
In 2020 voert GD aanvullend onderzoek uit naar de ziekteverschijnselen door wild type ILT-stammen bij vleeskuikens en de effectiviteit van bestaande vaccins. Deze resultaten dragen hopelijk bij aan een vaccinatieadvies bij vleeskuikens. Wat leidt tot minder economische schade bij blootstelling aan een wild type ILT-stam.
Lees hier meer over veterinaire praktijkonderzoeken, gefinancierd door de pluimveesector via de onderzoeksbijdrage. Lees op de website van GD meer over Infectieuze laryngotracheitis (ILT).