Na de recente vondst van hoogpathogene vogelgriep (H5N8) in Heeten (provincie Overijssel) zijn de bedrijven in het gebied van 3 kilometer rond het besmette bedrijf bemonsterd en onderzocht op vogelgriep. Deze bedrijven zijn negatief getest op vogelgriep, meldt het ministerie van LNV. De afvoer van vleeskuikens en consumptie-eieren uit het 10-kilometergebied Heeten is vanaf 27 augustus 2021 weer mogelijk onder voorwaarden.
Afvoermogelijkheden Heeten
- Vanaf 27 augustus is het mogelijk om vleeskuikens en consumptie-eieren uit het gebied Heeten te halen via NVWA-ontheffingen en of aangewezen (tussen)locaties. Neem hiervoor contact op met uw slachterij, pakstation of AVINED (info@avined.nl).
- De afvoer van broedeieren door vermeerderingsbedrijven naar de broederij is in principe onder voorwaarden mogelijk twee weken na de bevestiging van de besmetting. Dit geldt ook voor het verplaatsen van opfok (groot) ouderdieren of opfokleghennen. Advies: begin op tijd met het aanvragen van een ontheffing bij de NVWA en bekijk de voorwaarden goed.
Klik hier voor een overzicht van de aanwijzingen, procedures en ontheffingen
In principe wordt een beschermings- en bewakingsgebied (10 km) weer vrijgegeven na 30 dagen vanaf de dag dat de eerste R&O heeft plaatsgevonden om 00:00 uur. Dit is meestal de dag van de vastgestelde besmetting. De voorwaarde is wel dat er in een gebied geen nieuw geval van HPAI wordt aangetroffen. Een beschermingsgebied (3 km) wordt in principe na 21 dagen weer ingetrokken. Hierdoor blijft er alleen een bewakingsgebied (10 km) over.
Landelijke maatregelen
Nog steeds gelden er enkele landelijke maatregelen voor houders van leghennen, vermeerderingsdieren en vleeskuikens:
- Aangescherpte meldplicht, waarbij pluimveehouders eerder melding moeten maken bij de NVWA van uitval van hun pluimvee;
- Afdekken en gebruik van strooisel voor eenden;
- Bezoekersverbod voor commercieel gehouden vogels, tenzij bezoekers geregistreerd worden en het bezoekersprotocol wordt nageleefd.
Later deze week wordt er nog een advies verwacht van de ‘deskundigengroep dierziekten’ van het ministerie van LNV. Mede op basis van dat advies besluit het ministerie of er nog aanvullende maatregelen nodig zijn.