Het ministerie van LNV meldt dat in Den Ham (gemeente Twenterand, provincie Overijssel) bij vleeskuikens op een pluimveebedrijf vogelgriep (H5) is vastgesteld. Het gaat waarschijnlijk om een hoogpathogene variant van de vogelgriep. Om verspreiding van het virus te voorkomen worden de circa 80.000 vleeskuikens geruimd.
In een straal van 1 km rond het bedrijf ligt één ander pluimveebedrijf. Omdat dit bedrijf op de grens van van het 1 km gebied ligt, wordt het bedrijf niet geruimd, maar geblokkeerd, intensief gemonitord en onderzocht op vogelgriep. Zes overige pluimveebedrijven in een gebied van 3 kilometer rond het besmette bedrijf in Den Ham worden bemonsterd. In de 10 kilometer zone rond dit bedrijf liggen 29 andere pluimveebedrijven.
Er geldt een vervoersverbod voor pluimveebedrijven voor een zone van 10 kilometer rond het bedrijf in Den Ham. Een vervoersverbod heeft betrekking op alle vogels en broed- en consumptie-eieren vanaf een locatie met vogels. Ook geldt het verbod voor mest van vogels en gebruikt strooisel, en voor andere dieren en dierlijke producten afkomstig van bedrijven met gevogelte. Daarnaast geldt ook een jachtverbod in dit gebied.
Landelijke maatregelen
Er gelden nog altijd landelijke maatregelen, zoals een verbod op het bezoeken van vogelverblijfplaatsen van risicovogels, tenzij dit absoluut noodzakelijk is. Onder risicovogels vallen gehouden hoenderachtigen (zoals kippen), watervogels en loopvogels. De landelijke ophok- en afschermplicht is nog onverminderd van kracht. Voor houders van leghennen, vermeerderingsdieren, vleeskuikens en eenden geldt nog steeds een aangescherpte meldplicht. Hierbij moeten pluimveehouders eerder melding maken bij de NVWA van uitval van hun pluimvee, waardoor besmettingen met vogelgriep eerder aan het licht kunnen komen en de kans op verspreiding kleiner wordt.
Traceringsonderzoek
In het kader van de besmetting op het bedrijf in Den Ham voert de NVWA een traceringsonderzoek uit naar risicovolle contacten tussen het besmette bedrijf en andere locaties. Indien nodig worden naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek aanvullende maatregelen genomen.