Sinds 21 april 2021 is de nieuwe Europese diergezondheidsregelgeving in werking getreden. Hierbij zijn ook enige kleine wijzigingen in de monitoring van pluimveeziekten op pluimveebedrijven. Monitoring van pluimveeziektes betreft de monitoring op Newcastle Disease, Aviaire Influenza, Mycoplasma en niet-zoönotische salmonella. De belangrijkste wijzigingen vindt u in onderstaand artikel.
NCD
De vaccinatieregels zijn gewijzigd. In plaats van het vastleggen van de momenten van vaccinatie zijn de regels van de bijsluiter nu bepalend. De monitoring op de vaccinatie blijft gelijk. Een wijziging is dat een vleeskuikenhouder die de titer twee keer achtereen niet haalt een verbeterplan moet maken (dit is nu een keer).
Mycoplasma gallisepticum
De wijzigingen in de regels voor de monitoring op mycoplasma zijn als volgt:
- Frequentie monsters
- Grootouderdieren en ouderdieren productieperiode: dit wordt elke 90 dagen. Dit was vanaf 20-22 weken monstername om de 8 weken bij grootouderdieren en 30- 32 weken en dan elke 12 weken voor ouderdieren.
- Opfok grootouderdieren en opfok ouderdieren vlees en leg: de monstername blijft gelijk op 16 weken.
- Opfok leghennen: dit blijft 3 weken voor overplaatsen. Bij export (niet voor de slacht) ook elke 90 dagen. Leghennen: dit blijft 9 weken voor de slacht.
- Kalkoenen: dit blijft drie weken voor de slacht.
- Aantal dieren per monster.
- Bij opfok en productie grootouderdieren en ouderdieren vlees en leg wordt dit 60 dieren. Dit was 1% (met een minimum van 30 dieren en maximum van 60).
- Bij opfok leghennen en kalkoenen blijft dit 24 dieren en bij leghennen blijft dit 10 dieren.
Niet zoönotische salmonella (Salmonella Pullorum en Salmonella Gallinarum)
De wijzingen in de regels voor niet-zoönotische salmonella zijn als volgt.
- Frequentie monsters: bij productie grootouderdieren leg en vlees en productie ouderdieren leg en vlees blijft de frequentie één keer bij aanvang van de productieperiode.
- Aantal dieren per monster: bij productie grootouderdieren en productie ouderdieren vlees en leg wordt dit 60 dieren. Dit was 1% (met een minimum van 30 dieren en maximum van 60).
- Soort monster: bij Se gevaccineerde ouderdieren en leghennen zullen omgevingsmonsters moeten worden genomen voor bacteriologisch onderzoek. Tot 15 oktober blijft echter de huidige monstername van kracht.
Aviaire influenza
Er zijn geen wijzigingen in de monitoring.
Administratie
Uitslagen van onderzoek en andere documenten moeten nu drie in plaats van 2 jaar worden bewaard.
Een volledig schema met de huidige regels en nieuwe regels rondom monitoring wordt opgesteld en z.s.m. op de site van AVINED en GD geplaatst. GD zal de nieuwe regels verwerken in de aansturing van pluimveehouders en dierenartsen voor de monitoring op pluimveeziekten.